Ik ben Elsa de Vries, schrijfster en moeder van 2 jongens. In 1984 werd ik geboren in Amsterdam op een mooie plek dicht bij de Amstel. Voor Amsterdamse begrippen hadden we een grote achtertuin, die grensde aan de tuin van mijn vriendinnetje. Als buurmeisjes waren we altijd opzoek naar verhalen en avontuur. We waren geen "meisje, meisjes" maar voelde ons stoer en onoverwinnelijk, de zo genaamde "tomboys". 

Zo stond in de tuin van mijn buurmeisje een grote zilverberk waar we een touw aan vast knoopten om zo rond de boom te slingeren. In onze tuin stond een hoog rood klimrek waar we hutten in bouwde of vogels probeerde te lokken om tam te maken. Batman was onze held, net als Pippi Langkous. We zwierven dan ook veel door de buurt altijd opzoek naar ideeën met onze grote fantasie. We hadden maar weinig nodig, want we hadden onze verbeelding! Een fiets was een paard of een snelle motor, boven op het dak van de openbare garage vochten we tegen de boeven als de echte Batman en als het regende speelden we binnen. We legde een heel assortiment van papieren poppetjes aan, die tot op de dag van vandaag bewaard zijn in een blikken doosje. Of we schreven boekjes, tekenden en zo waren we in mijn herinnering altijd wel met iets bezig. 

 

Toen we allebei met onze families verhuisden uit Amsterdam hebben we nog even contact gehouden, maar dit verwaterde toen we naar de middelbare school gingen. De meisjes werden groot, het spelen moest plaats maken voor leren en uitgaan. 

Maar ergens is dat fantasievolle, dromende meisje altijd in mij gebleven. Toen ik moeder werd vond ik het heerlijk zelf verzonnen verhaaltjes te vertellen en bij een boek voorlezen maakte ik er mijn eigen verhaal van. En tijdens mijn werk als pedagogisch behandelaar had ik ook veel plezier in het uitdagen en prikkelen van de fantasie van de kinderen. 

 

En toen... op 4jarige leeftijd van mijn oudste zoon werd de grootste nachtmerrie die een ouder kan hebben, voor ons waarheid. Ons eerst helemaal gezonde jongetje kreeg onverklaarbare neurologische klachten. Na maanden van onderzoek kwam op 5-jarige leeftijd de diagnose: Ataxie van Friedreich, een zeldzame progressieve spierziekte zonder (op dit moment) genezing mogelijk. Ons gezin en onze toekomst zag er in 1 klap heel anders uit. 

 

Dit maakte dat ik weer begon met schrijven, kleine gedichten en korte verhaaltjes. Eén gedicht daarvan staat symbool voor dit boek, een boek geschreven voor mijn dappere toen nog 5-jarige zoon. Een verhaal wat mij niet los heeft kunnen laten en waarvan ik wist, dit moet geschreven en uitgebracht worden. Voor hem, voor mij en voor iedereen die het lezen wil. Een ontroerend verhaal over liefde, ziekte en dood. Maar tegelijk een lief verhaal, op kindniveau, over een onderwerp dat veel te moeilijk is voor ons als volwassen en daarom heb ik het geschreven voor kinderen.


En om dit stukje rond te maken, kreeg ik weer contact met mijn toenmalige buurmeisje via Facebook. Ze heeft haar creativiteit ook behouden en was bereid dit boek te illustreren. Een geweldige samenwerking en ik hoop dat we in de toekomst nog veel mooie projecten samen mogen doen!